Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen van invloed zijn op
elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen
die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn, zoals bijvoorbeeld elektronische
systemen voor brandstofinjectie,
antiblokkeerremsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen.
Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant of
leverancier van uw voertuig of van de hierin
geïnstalleerde apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel
worden onderhouden of in een auto worden
gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan
risico's opleveren en de garantie op het apparaat
ongeldig maken. Controleer regelmatig of de
draadloze apparatuur in de auto nog steeds goed
bevestigd is en naar behoren functioneert. Vervoer of
bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of
explosieve materialen in dezelfde ruimte als het
apparaat of de bijbehorende onderdelen of
toebehoren. In een noodsituatie wordt de airbag in
200
Aa
nvullende ve
iligheidsinforma
tie
een auto met zeer veel kracht opgeblazen. Plaats
daarom nooit draadloze apparatuur of andere
voorwerpen in de ruimte boven of vóór de airbag. Als
draadloze apparatuur niet goed in de auto is
geïnstalleerd, kan ernstig letsel ontstaan wanneer de
airbag wordt opgeblazen.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is
verboden. Schakel het apparaat uit voordat u aan
boord van een vliegtuig gaat. Het gebruik van mobiele
communicatieapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de
werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en is mogelijk illegaal.