Camera-instellingen
Er zijn twee soorten instellingen voor de camera:
tijdelijke instellingen en permanente instellingen. Als
u de camera sluit, worden de tijdelijke instellingen
teruggezet naar de standaardinstellingen. De
permanente instellingen blijven bestaan tot u ze weer
verandert. Gebruik de opties in de actieve werkbalk om
de tijdelijke instellingen aan te passen.
Zie
'Instellingen voor kleur en belichting', p. 95.
Als u de
permanente instellingen wilt veranderen, selecteert u
in de fotomodus of de videomodus
Opties
>
Instellingen
.