Informatie over de batterij en de lader
Informatie over de batterij en
de lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De
batterij die bedoeld is om in dit apparaat te worden
gebruikt, is BL-5K. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
met één van de volgende laders: AC-10, DC-6, DC-10. De
batterij kan honderden keren worden opgeladen en
ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op.
Wanneer de gesprekstijd en stand-bytijd aanmerkelijk
korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn
goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op
met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en
bestemd zijn voor dit apparaat. Het gebruik van een
niet-goedgekeurde batterij of lader kan het risico met
zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander
gevaar.
Het exacte modelnummer van de lader is afhankelijk
van het type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid
met een van de volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C of
UB.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u
de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het
mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen
en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het
opladen te starten. Als de batterij volledig ontladen is,
kan het enkele minuten duren voordat de batterij-
indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer
met het apparaat kunt bellen.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet
gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de
batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen.
Als een volledig opgeladen batterij niet wordt
gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch
ontladen.
Probeer de batterij altijd te bewaren op een
temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij extreme
temperaturen nemen de capaciteit en levensduur van
de batterij af. Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn.
De batterijprestaties zijn met name beperkt in
temperaturen beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de
batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een
metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen
direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve
(-) poolklemmen van de batterij. (Deze klemmen zien
194
Informa
tie
o
ver de
ba
tte
rij e
n de lader
eruit als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas hebt.
Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp
waarop deze is aangesloten.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen
dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als
deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in
overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever
batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi
batterijen niet weg met het huishoudafval.
U mag nooit geheugencellen of batterijen
ontmantelen, erin snijden of ze openen, platdrukken,
verbuigen, beschadigen, doorboren of slopen. Als een
batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof niet
in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch
gebeurt, moet u uw huid en ogen onmiddellijk met
water afspoelen of medische hulp zoeken.
Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot een ander
product, en probeer er geen vreemde voorwerpen in
te brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel
deze niet onder in water of andere vloeistoffen.
Onjuist gebruik van de batterij kan brand, explosie of
ander gevaar met zich meebrengen. Als het apparaat
of de batterij valt, vooral op een hard oppervlak, en u
denkt dat de batterij is beschadigd, moet u deze ter
inspectie naar een servicepunt brengen voordat u die
opnieuw gebruikt.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze
is bestemd. Gebruik nooit een beschadigde lader of
batterij. Houd de batterij buiten het bereik van kleine
kinderen.