Toegangspunten voor packet-gegevens
Druk op
, selecteer
Instrumenten
>
Instell.
>
Verbinding
>
Bestemmingen
>
Nieuw
toegangspunt
en volg de instructies op het scherm. U
kunt ook een van de groepen met toegangspunten
openen, een toegangspunt selecteren waarvoor de
aanduiding wordt weergegeven en vervolgens
Bewerken
selecteren.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
●
Naam toegangspunt
— U krijgt de naam van het
toegangspunt van de serviceprovider.
●
Gebruikersnaam
— De gebruikersnaam kan nodig
zijn bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
●
Vraag om wachtw.
— Selecteer
Ja
als u bij
aanmelding op de server telkens een nieuw
wachtwoord moet invoeren of als u het
wachtwoord niet in het apparaat wilt opslaan.
●
Wachtwoord
— Een wachtwoord kan nodig zijn
bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
●
Verificatie
— Selecteer
Beveiligd
om uw
wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden of
185
Instellingen
Normaal
om uw wachtwoord indien mogelijk
gecodeerd te verzenden.
●
Homepage
— Voer het internetadres of het adres
van de multimediaberichtencentrale in, afhankelijk
van het toegangspunt dat u instelt.
Selecteer
Opties
>
Geavanc. instell.
en kies een van
de volgende opties:
●
Netwerktype
— Selecteer het
internetprotocoltype om gegevens over te dragen
van en naar het apparaat. De andere instellingen
zijn afhankelijk van het geselecteerde netwerktype.
●
IP-adres telefoon
(alleen voor IPv4) — Voer het IP-
adres van het apparaat in.
●
DNS-adressen
— Voer de IP-adressen van de
primaire en secundaire DNS-servers in (indien
vereist voor de serviceprovider). Neem voor deze
adressen contact op met uw internetprovider.
●
Proxyserveradres
— Voer het adres van de
proxyserver in.
●
Proxypoortnummer
— Voer het poortnummer
van de proxyserver in.